Mijn eerst bekende voorouders zijn Claes van Adrichem en Lijsbeth Claes Franckendr. van de Bergh. Claes is zeventien generaties van mij verwijderd en wordt daarom mijn edelgrootouder genoemd. Voor elke generatie is er andere benaming, te beginnen met je ouders als eerste generatie, je grootouders als tweede generatie en ga zo maar door.
zondag 15 juni 2025
Claes van Adrichem en Adriaen Claesz van Adrichem
Mijn eerst bekende voorouders zijn Claes van Adrichem en Lijsbeth Claes Franckendr. van de Bergh. Claes is zeventien generaties van mij verwijderd en wordt daarom mijn edelgrootouder genoemd. Voor elke generatie is er andere benaming, te beginnen met je ouders als eerste generatie, je grootouders als tweede generatie en ga zo maar door.
zaterdag 7 juni 2025
Christiaen Huijgensz van Noorden
Op 2 juni 1574, gedurende de Tachtig jarige oorlog, werd in opdracht van Willem van Oranje de stad Vlaardingen in brand gestoken door een groep uit Schiedam afkomstige Geuzen om te voorkomen dat de stad in handen van de Spanjaarden zou vallen. De circa vijftienhonderd inwoners waren al op tijd naar Schiedam gevlucht die beschermd werd door de stadsmuren. Een van die inwoners was de ongeveer vierentwintig jarige Christiaen Huijgensz van Noorden.
Christiaen was een zoon van Huijch Bartshoutsz van Noorden en Maertgen Simondsr. Geboren rond 1550 in Vlaardingen. In 1574 lagen er negenhonderd Spaanse soldaten gelegerd bij Vlaardingen, duizend Geuzen bij Schiedam en nog een dertienhonderd Geuzen bij Delftshaven. Vlaardingen lag volop in de frontline en werd niet beschermd door stadsmuren. Door de opdracht van Willem van Oranje verwoeste de stadbrand bijna de gehele stad. Veel inwoners verloren hun bezittingen. Het stadhuis en de kerk alsmede bijna alle huizen waren afgebrand. Landerijen waren onder water gezet om de Spanjaarden tegen te houden. De financiële schade was enorm. Vlaardingen verviel van een belangrijke stad naar een onbelangrijk dorp. In de zomer van 1575 keerde veel inwoners terug. Het stadsbestuur moest echter zelf de kosten van het herstel opbrengen en het zou jaren duren voordat de stad weer was hersteld. Vanaf 1580 werd het stadhuis hersteld met de oude, schoongemaakte stenen. In 1582 begon men met het herstel van de kerk.
![]() |
Stadsbrand Vlaardingen |
![]() |
gevelsteen Markt Vlaardingen |
![]() |
Vlaardingen in 1649 |
Ruim vier eeuwen geleden is het kleine stadje Vlaardingen het middelpunt van een grote rederijkerswedstrijd. Op 10 juli 1616 trekken honderden rederijkers, afkomstig uit vijftien steden uit de wijde omgeving van Vlaardingen, de stad binnen. Ze gaan deelnemen aan een groot landjuweel.
Met paard en wagens en met de trekschuit arriveren de rederijkers in Vlaardingen. In een optocht, de ‘intree’ genoemd, trekken ze vanaf de Kortedijk de stad binnen. Elke kamer voert vooraan de stoet een blazoen, een soort wapenschild, waarop een lijfspreuk staat.
In de verte klinkt muziek. Een prachtig versierde wagen rijdt voorop. Daarop zit een vreemd uitgedoste figuur die op een in die tijd populair deuntje, de rederijkers luid zingend aankondigt. Hij beeldt de ‘Liefde Des Vaderlants’ uit. Trots dragen de rederijkers hun blazoenen als ze zich, in een bont gekostumeerde stoet, aan de Vlaardingse rederijkerskamer d’ Akerboom presenteren. Het is een geweldig gezicht, iedere rederijker is prachtig verkleed en personifieert een bepaald begrip, een gedachtegang, deugd of ondeugd. Nadat de stoet door het kleine stadje heeft geparadeerd, maakt de jury haar rapport op; de intrede is namelijk het eerste onderdeel van de rederijkerswedstrijd. Een welkomstspel luidt het feest in. Dan volgen het zinnespel, het refrein, het lied en het kniedicht. Dit laatste was een uitdaging op zich. Men kreeg papier en pen en een aantal uren de tijd. Vervolgens moest men een twaalfregelig refrein maken. De optredens vinden plaats op veelal simpele, in elkaar getimmerde podia. Ook de groep die het mooist verkleed is en de groep die ‘t verst weg komt, krijgen een prijs. Om precies 13.00 uur beginnen de wedstrijden.
Honderden inwoners van het kleine vissersstadje verzamelen zich. Het volk komt om naar het spektakel te kijken en om zich te laten informeren over de toestand in het land. Kranten zijn er immers nog niet. De rederijkers staan kritisch tegenover de maatschappij en de politiek en houden zich daar in hun gedichten en toneelspelen dan ook vaak mee bezig. Toch schuwen ze ook enige frivoliteit niet.
Als we de genres bekijken waarmee inhoudelijk werd gewerkt, zien we naast ‘in ’t vroege’ (ernstige poëzie) bijvoorbeeld ook ‘in ’t amoureuze’ (liefdesgedichten) en in ’t sotte’ (komische, soms schunnige gedichten). Hoewel ze niet het allereenvoudigste taalgebruik beoefenen, schrijven ze zeker ook voor hun publiek; het gewone volk.
De honderden deelnemers worden onder meer gehuisvest in de Slavenburg, de voormalige gevangenis voor galeislaven, die in 1601 in de ruïne van het zuidelijk transept van de kerk werd gevestigd. Dankzij de vele herbergen vinden alle rederijkers en hun gevolg een slaapplaats. Het stadsbestuur wil grip op de zaak houden en stelt een verordening op met regels waaraan iedereen zich dient te houden. Ook moeten alle personen die de stad binnenkomen zich aanmelden bij de plaatselijke overheid. Een goed plan, want onder de rederijkers mengen zich ook kwakzalvers, potsenmakers, kiezentrekkers, kooplui en gespuis...
![]() |
Willem van Ruytenburg, zoals afgebeeld op de Nachtwacht |
donderdag 5 juni 2025
De mogelijkheden van AI
We hebben intussen allemaal wel gehoord van ChatGPT en AI en de mogelijkheden die het bied. Ik heb er zelf een haat-liefde verhouding mee, want hoewel de mogelijkheden eindeloos lijken te zijn, schijnt het effect op het milieu niet gunstig te zijn. Elke zoekopdracht met ChatGPT verbruikt vijfentwintig keer meer energie dan een Google zoekopdracht. Gigantische datacenters draaien overuren om de AI modellen te blijven trainen. Volgens Stanford University kosten het trainen van o.a. ChatGPT naar schatting 500 ton CO2, dat is evenveel als de uitstoot per passagier van 400 vluchten van Amsterdam naar New York! De dataservers hebben ook veel water nodig om te koelen. Dit is alles behalve duurzaam.
Sinds ik dit weet ben ik bewuster van wat ik aan ChatGPT vraag. Ik weeg af of ik de vraag ook gewoon kan opzoeken via mijn standaard zoekmachine Ecosia of aan ChatGPT. Maar er zijn mogelijkheden met AI die een zoekmachine me niet kan bieden en soms kan ik de verleiding gewoon niet weerstaan.
Zo wilde ik weten of het mogelijk was om foto's van mijn voorouders te verjongen. En ik werd niet teleurgesteld. Want dit is mijn voorouder Antonius Mossel rond een jaar of vijfentwintig. Als een jonge man, zonder zijn baard. Ik vind het resultaat verbluffend.
dinsdag 3 juni 2025
Heksenprocessen binnen het hof van Gelre
Tussen 1550 en 1675 vonden er binnen het Hof van Gelre een serie heksenprocessen plaats waarbij van hekserij verdachte personen terecht moesten staan. Een heksenproces bestond uit drie stappen; de Waterproef, daarna foltering en vervolgens de brandstapel.
![]() |
Waterproef |
Bij de waterproef werd de beschuldigde in het water gegooid. Een onschuldige zou direct zinken. Bleef men drijven dan was men een heks. De beklaagden werden met een touw vastgebonden zodat hij of zij uit het water getrokken kon worden. Dat ging echter niet altijd goed, soms verdronken mensen hierbij alsnog. Echter in dat geval was je dus niet behekst en kreeg je wel een christelijke begrafenis.
Bleef je drijven (vaak door luchtbellen onder de kleding) dan was je een heks en begon men met de foltering zodat je zou bekennen dat je een heks was. Foltering door een scherprechter had als doel je te laten bekennen en niet om je te doden. Uiteraard werd er net zolang gefolterd tot je wel toegaf aan waarvan je werd beschuldigd. Maar ook hier ging het wel eens mis en vonden mensen de dood tijdens de folteringen.
Het doden gebeurde bij voorkeur op de brandstapel omdat men geloofde dat daarbij ook de ziel van de heksen (en tovenaars) werden vernietigd. Als er een grote groep tegelijk op de brandstapel werd verbrand dan stikten ze vaak door inademing van de rook. Was het een brandstapel met maar één persoon dan begonnen de vlammen aan de benen en was het verschrikkelijk pijnlijk dood die wel uren kon duren.
Er hebben in Bredevoort enkele enkele heksenprocessen plaatsgevonden. In 1561 werd Salicke van Dornick als tovenaar terechtgesteld en kwam op de brandstapel aan zijn einde. Zijn zus Aleyd Koeters werd ook beschuldigd van hekserij. In 1561 beloofde ze beterschap en kreeg ze een boete. In 1586 werd ze opnieuw beschuldigd door haar stiefzoon. Tijdens de waterproef beleef ze tot drie keer drijven, zelfs toen ze met een staak door de scherprechter naar beneden werd geduwd. Na de waterproef werd ze gefolterd. Ze hingen haar aan een lader en bewerkten haar met een roede. Tijdens deze marteling brak ze haar nek.
Op 19 september 1610 werd Jenneken ter Honck levend verbrand. Na verhoor onder zware folteringen bekend zij een heks te zijn en noemt daarbij enkele namen van anderen. Ze smeekt om dood door het zwaard, tevergeefs. De volgende dag wordt Gertken op 't Goir beschuldigd van tovenarij. Ze bekend ook schuldig tijdens de folteringen en noemt de namen van Myth Timpers, Jar Simon en Willem ten Oistendorp met wie ze samen rond een vuur te hebben gedanst terwijl de mannen op de trom sloegen. En zo worden er één voor één meer mensen beschuldigd. Brend Swenen bekend samen met Willem ten Oistendorp dat de tovenarij bij ze is aangeboren. Ze worden levend verbrand op 25 september 1610. Johan Boegen volgt als laatste. Uiteindelijk worden er negen mensen van tovenarij beschuldigd in Bredevoort en veroordeeld tot de brandstapel. Opvallend is dat zes van de negen beschuldigden, mannen zijn. Meestal waren de veroordeelden vrouwen. Zij worden allen genoemd op de website nationaal heksenmonument.
Eén van de laatste heksenprocessen in Bredevoort en misschien wel van Nederland was van Mary Hoernemans in 1675. Mary doorstond de waterproef en liep met opgeheven hoofd weer naar huis.
In 1605 vond in 's Heerenberg een heksenproces plaats. Degene op de beklaagdenbank was Mechteld ten Ham, een weduwe uit 's Heerenbergh. Mechteld probeerde een rustig leven te leiden en mensen in haar omgeving te helpen met gezondheidsadviezen, kruiden en uitspraken over de toekomst. Dit leidde tot beschuldiging van hekserij. Mechteld probeerde zichzelf te zuiveren van alle blaam. Ze was er van overtuigd dat door middel van een eerlijk proces bewezen zouden worden dat ze geen heks was. Verschillende mensen om haar heen gaven haar het advies naar de Heksenwaag in Oudewater te gaan om zich te laten wegen. Na de weging kreeg men dan een certificaat dat men geen heks kon zijn. De weegschaal sloeg namelijk altijd uit. Heksen konden vliegen en wogen dus niets. Als de weegschaal uitsloeg kom je dus geen heks zijn. Mechteld sloeg deze adviezen in de wind en eiste een proces. Op een boerenkar werd Mechteld vanuit 's Heerenberg naar het dorpje Azewijn gereden waar zijn in de Laak werd geworpen waarna ze bleef drijven. Mechteld werd opgesloten in de gevangenis onder de toren van het kasteel Huis Bergh. Met zijn martelwerktuigen moest de scherprechter haar tot een bekentenis dwingen, wat uiteindelijke lukte. Op 25 juli 1605 ontstak de scherprechter de brandstapel waar Mechteld op was vastgebonden. Ze stierf een afgrijselijke dood.
![]() |
Beeld van Mechteld ten Ham in 's Heerenbergh |
In 's Heerenbergh wordt Mechteld ten Ham nog elk jaar herdacht tijdens het "Mechteld ten Ham weekend". Dit jaar in het weekend van 29 tot 31 augustus 2025. Het is een cultuur-historisch weekend dat in teken staat van de "Heks" Mechteld. De geschiedenis wordt dit weekend weer tot leven gebracht en je waant je terug in de 17e eeuw.
Mijn voorouder Wolterus Jansen was honderd jaar na de veroordeling van Mechteld ten Ham "Meester Scherprechter" van het kasteel Huis Bergh. Hij is niet degene die de brandstapel heeft aangestoken maar zijn overgrootvader mogelijk wel. Meer dan 300 jaren voor Wolterus Jansen hebben zijn vader, grootvader, overgrootvader enz. dit ambt ook uitgeoefend. Ik weet alleen niet waar ze hebben gewerkt, maar de kans is dus aanwezig dat mijn voorouders degene waren die de straffen moesten uitvoeren tijdens deze afschuwelijke heksenprocessen, waarbij de beschuldigden natuurlijk nooit een echte kans kregen.
Mijn voorvader Jan Henrick Coenen was in deze periode ook scherprechter, maar dan in Bredevoort. Even als zijn zoon Christian, tevens mijn voorouder. De familie Coenen was een scherprechters geslacht die ook minstens vier generaties scherprechters hebben voortgebracht. Zij zijn ook verwant aan de andere twee scherprechters families waar ik van afstam. Al met al is er een kans dat er minstens één voorouder betrokken was bij deze verschrikkelijke heksenprocessen die binnen het Hof van Gelre in de 16e en 17e eeuw hebben plaatsgevonden.