zaterdag 26 januari 2019

Een familie van Scherprechters

Naar aanleiding van mijn eerdere post over Wolter Jansen de scherprechter kreeg ik voor de zomervakantie een mailtje van meneer C. Snijder. Meneer Snijder is nazaat van de bekende scherprechter familie Snijder en doet al jaren onderzoek naar alle scherprechters- en vildersfamilies in Nederland.
De namen Jansen, Goedgeluk maar ook Vogedes die in mijn vorige post genoemd werden kwamen hem dan ook bekend voor.
Hij vertelde mij dat niet alleen Wolter Jansen uit de vorige post en zijn vader scherprechters waren, maar nog veel meer van mijn voorouders.
Met elk stukje dat ik verder las groeide mijn verbazing. Dit was niet zomaar een familie van scherprechters meer, het was een hele dynastie!
Meneer Snijder verwees me naar een publicatie van hem in het genealogisch tijdschrift De Nederlandse Leeuw. Dat wakkerde de interesse natuurlijk nog veel meer aan. Dagen heb ik op internet geprobeerd mijn kwartierstaat zo compleet mogelijk te krijgen en heb ik zoveel mogelijk gelezen wat ik kon vinden over de scherprechter.

Zeker zeven van mijn directe voorouders waren vilder of scherprechter, en dat zijn alleen de voorouders die mij bekend zijn en waarvan ik weet wat ze voor de kost deden.
De zeven voorouders hadden vaak ook zonen, ooms, en neven die vaak ook vilder of scherprechter waren.


Niet alleen het vinden van een functie als scherprechter vinden was moeilijk, ook het vinden van een geschikte huwelijkspartner was een uitdaging. Er werd namelijk bijna uitsluitend binnen de eigen beroepsgroep getrouwd. Niet alleen omdat ze een vanwege hun beroep buiten de maatschappij vielen maar ook om hun hoge maatschappelijke positie te beschermen. Hierdoor bleven de kennis die ze hadden, maar ook het vermogen en macht binnen de familie gewaarborgd, wat leidde tot uitgebreide scherprechters dynastieën.

Zo ook de familie Jansen uit Stadtlohn, Duitsland. Via mijn voorvader Antonius Marcellus Wilhelmus (Anton) Jansen, geboren in Stadtlohn en die in 1847 naar Amerika vertrok ben ik verwant via meerdere lijnen met deze familie. Waarschijnlijk is deze Anton ook verwant aan de Wolter Jansen uit mijn eerdere post, maar bewijs hiervoor hebben zowel meneer Snijder als ik nog niet gevonden.
Zowel Anton Jansen als de vier generatie's voor hem waren afdekker of vilder. Zijn schoonvader Theodorus Hermannus Vogedes was Scherprechter te Olfen. Theodor's eerste vrouw was afkomstig van de familie Koenen, die ook vele scherprechters voortbrachten, zijn derde vrouw was de dochter van Wolter Jansen. En via Wolters vrouw Berendina Goedgeluk kom ik opnieuw bij de familie Koenen terecht. Waarvan de verste voorouder die we konden vinden als in de 16e eeuw scherprechter was. (Klinkt ingewikkeld, is het ook, maar hoop dat bovenstaand grafiekje het verhaal een beetje verduidelijkt)

De oom van Anton Jansen; Gradus Jansen was de scherprechter van Amsterdam. Toen Gradus in 1826 stierf solliciteerde het neefje van Anton Jansen, Dirk Jansen, naar de opengevallen post, maar werd afgewezen ten gunste van Jacobus Ras, die weer afstamde van eerdergenoemde familie Koenen. 
Jacobus Ras was getrouwd met weduwe Nordt. Haar dochter Anna Maria Klotz trouwde op haar beurt weer met Gerardus Jansen, scherprechter van Amsterdam en jongere broertje van Dirk.
Ook de oudere broer van Dirk en Gerardus, Johannes, was op dat moment scherprechter te Groningen, nadat hij eerst assistent scheprechter te Amsterdam was geweest.

Toen Jacobus Ras in 1837 overleed werd zijn overlijden aangegeven door zijn schoonzoon Gerardus Jansen en diens broer Dirk Jansen, de toenmalige assistent-scheprechter te Amsterdam. Dirk, de oudste van de beide broers, werd op 29 April 1837 tot opvolger van de overledene benoemd. Hij was toen 35 jaar en reeds sedert 10 Mei 1820 assistent-scherprechter. In zijn sollicitatie verklaarde hij, dat hij tussen 1820 en 1837 achtmaal een capitale executie had zien voltrekken en er eenmaal zelf een had verricht.

Dirk Jansen was de laatste scherprechter in Nederland. Hij was van oorsprong laarzenmaker. Hij werd omschreven als een vriendelijke, zachtmoedige, zedelijke en plicht lievende huisvader. Zijn foto geeft ook dat beeld weer. Als ik daar naar kijk kan ik amper geloven dat deze man mensen heeft geëxecuteerd en gegeseld. Het schijnt dan ook dat Dirk aan de vooravond van de executies wel eens iets te diep in het glaasje keek.
Dirk Jansen, de laatste Scherprechter van Nederland.
Op 1 januari 1851 werden alle scherprechters van Nederland ontslagen. Zij werden op wachtgeld gezet en zouden bij eventuele executies voor elke handeling een bepaald bedrag krijgen.
Op 16 augustus 1851 werd bepaald dat voor het hele koninkrijk slechts twee scherprechters zouden fungeren. één voor Gelderland, Friesland, Overijssel, Groningen, Drenthe en Limburg, de ander voor Noord-Brabant, Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland en Utrecht.
De keuze viel op de scherprechters Dirk Jansen, scherprechter te Amsterdam en Johannes Paul Jansen, Scherprechter te Arnhem.

Op 21 november 1854 werd er besloten dat er per 1 januari 1855 nog maar één scherprechter zou zijn. En dat werd Dirk Jansen. Dirk heeft echter niet zo vaak een straf uit hoeven te voeren als zijn collega's in de 17e en 18e eeuw. De meeste lijfstraffen werden na 1854 afgeschaft en misdadigers kregen vaak gratie, zodat Dirk maar acht keer een executie heeft hoeven uitvoeren.
De laatste executie die Nederland werd uitgevoerd, door Dirk Jansen, was op 31 oktober 1860 in Maastricht.
Toen werd moordenaar Johan Nathan door Dirk Jansen opgehangen. Op de ochtend van 31 oktober liep Johan Nathan naar het schavot. Naast hem liep de geestelijke, voor hem Dirk Jansen en daarachter de beulsknecht. Het was doodstil op het marktplein waar zich een flinke menigte had verzameld. Het schavot was rondom met zwarte doeken behangen. Johan Nathan liep het schavot op, waar de beulsknecht hem ontdeed van zijn schoenen. Met gebonden handen keek hij om zich heen en bekende zijn misdaad te hebben begaan en zei bereid te zijn zijn straf te ondergaan. Toen legde Dirk Jansen zijn hand op de schouder van Johan Nathan en deed de strop om zijn nek, waarna hij het valluik liet kantelen. Slechts enkele ogenblikken later was de laatste openbare terechtstelling in Nederland voorbij. Daarmee kwam een eind aan eeuwenlange scherprechters dynastie.
Dirk Jansen bleef officieel nog wel de Scherprechter maar werd nooit meer opgeroepen voor zijn diensten. Bij het afschaffen van de doodstraf in 1870 werd Dirk meteen op wachtgeld van 800 gulden per jaar gezet en daarmee verdween de laatste beul van Nederland uit de geschiedenis,
Dirk Jansen keerden terug naar zijn beroep als laarzenmaker en verhuisde in 1862 met zijn vrouw naar Arnhem, waar hij in 1880 overleed.

Van oudsher was het de gewoonte wanneer een scherprechter bij een executie met het zwaard er niet in slaagde in één slag het hoofd van zijn slachtoffer af te slaan, een prooi werd van de mensenmenigte. Nog in de 16e eeuw zijn er in ons land om die reden beulen doodgeslagen. In de 17e eeuw is dat niet meer gebeurd. Maar het maakt duidelijk dat er van de scherprechter op lichamelijk gebied veel werd geëist.

Het beroep van scherprechter was een achtenswaardig beroep; hij was tenslotte een rechtvaardig justitieambtenaar in dienst van de stad of provincie en diende de handhaving van de rechtsorde. Strafjustitie was een wil van god en daarmee werd het geweld gezien als rechtvaardig. Scherprechters zagen hun beroep ook vaak als een roeping.

Hoewel de beul vaak werd gezien als buiten de maatschappij geplaatste, gewetenloze bruut, waren ze het daar zelf niet mee eens. Dirk van Gorcum, scherprechter te Leeuwarden van 1755 tot 1797 diende zelfs een klacht in tegen de term Beul, dat hem "als een veragtelijk persoon deed voorkomen" en hoopte hij zodoende een "boete te laaten citeeren". 
In oude documenten uit die tijd zul je die term beul dan ook niet vinden. De scherprechters werden toen, heel deftig "Meester van den Scherpe Swaerde" genoemd.

Eeuwenlang werd er enorm streng gestraft bij het overtreden van de wet. Brandmerken, geselen, verminken, ophangen, onthoofde, vierendelen en radbraken gebeurden niet dagelijks, maar waren wel onderdeel van het gewone leven. Deze straffen dienden dan ook tot voorbeeld en afschrikking.
De zoon van een scherprechter werd van kind af aan als door zijn vader in het vak opgeleid om hem dan later te kunnen assisteren of bij een ander familielid in dienst te treden. Niet alle zonen kregen een aanstelling als scherprechter want er waren maar een beperkt aantal vacatures. Voor het beulswerk kon ook niet iedereen gebruikt worden. Je behoorde een uiterst bekwaam vakman te zijn met veel chirurgische kennis. Werd je niet verkozen tot scherprechter dan kozen de zonen vaak een aanverwant medisch beroep als chirurgijn of veearts. Maar ook slager, vilder, afdekker of rijnmaker zijn beroepen die ik veel ben tegen gekomen bij de zonen van de scherprechters.

Werd je wel benoemd tot scherprechter dan kwam er natuurlijk de eerste keer dat je een executie uitvoeren moest. Vanwege onze instinctieve afkeer om bloed te vergieten komt ons de weerzin om voor de eerste maal de doodstraf te voltrekken begrijpelijk voor, toch moet het zo elke jonge scherprechter zijn vergaan.

Er zat natuurlijk wel een enorme verschil in maatschappelijk waardering tussen het beroep scherprechter en vilder. Waarmee de laatste als laagste op de sociale lader stond. De vilders hadden vooral tot taak het gestorven vee en paarden van de huid te ontdoen en de kadavers op te ruimen. Ook zorgden zijn voor het leeghalen van het privaat of secreet (toiletten) en het transporteren en begraven van "onnatuurlijk" gestorven personen waaronder zelfmoordenaars en ter dood gebrachte misdadigers. Per land verschilde ook de functie van vilder. In Frankrijk was het een dubbel functie; zowel scherprechter als vilder, maar in het noorden van Duitsland stonden de vilders in dienst van de scherprechters. Er werd regelmatig getrouwd tussen de scherprechters en vildersfamilie's zoals ik al eerder beschreef. Ook trad men vaak op als doopgetuigen, dat ben ik mijn onderzoek naar de familie Jansen vaak tegen gekomen.

Hoe meer onderzoek ik doe naar deze familie en hoe meer ik over hun beroep te weten kom, hoe gemengder mijn gevoelens over deze familie worden. De details over de lijfstraffen en executies zijn afschuwelijk en vervullen me met weerzin. Ik kan me echt geen voorstelling maken hoe het moet zijn om als je vak dit soort dingen bij mensen moet doen die bidden en smeken om op te houden en die het uitgillen van de pijn. Hoe kun je zoiets volhouden? Maar tegelijk is en blijft het mijn familie, het zijn mijn voorouders, die dit generaties lang hebben gedaan en ik draag een stukje van hun DNA met mij mee en ben ik ergens ook nog wel trots op ze. Het is in elk geval een hele interessante familiegeschiedenis waar vast nog meer over valt uit te zoeken!


"prijslijst" van Meester Wolter Jansen, scherprechter te Gendringen