woensdag 26 oktober 2022

Ma Flodder

In mijn post die ik schreef over mijn moederreeks, benoemde ik al dat er eens heuse ma Flodder een van mijn voormoeders is. Een achternaam die natuurlijk meteen de associatie opwekt met de beroemde asociale familie van de tv serie Flodder. 


Het wekte mijn nieuwsgierigheid. Waar komt deze achternaam vandaan? 

De mij meest voor de hand liggende verklaring is dat Femmigje oorspronkelijk uit de omgeving van Flodder komt. Flodder is een waterloop in het Natuurgebied de Weerribben. Het ligt in Noord-Overijssel, hetzelfde gebied als de nu onderwater verdwenen plaats Beulake waar Femmigje in 1758 trouwt met Geert Jacobs (Pijlman). 


De Flodder vindt je nu nog bij de Vlodderbrug in Kalenberg. Kalenberg is een vaardorp. Een plaats die niet langs een weg, maar langs een waterloop ontsloten is. Mogelijk lag er in de buurt van de huidige Vlodderbrug een nederzetting waar Femmigje gewoond kan hebben. Het bekendste vaardorp in Nederland is Giethoorn. Maar ook Belt-Schutloot is een voorbeeld van een vaardorp. En zo zijn er in de omgeving van de Wieden en Weerribben wel meer te vinden. De meeste van die dorpen lagen vroeger nabij een veenmoeras. Hier stonden de vervenershuisjes en huisjes van de rietsnijders, die verder trokken als het veen op was. 
Vervenershuisje bij Vlodderbrug

Overigens is Femmigje de enige met die naam in mijn stamboom. Haar vader is Teunis, maar of hij Flodder als achternaam gebruikte is mij niet bekend. 
Femmigje was weduwe van Derck Gijsberts die de achternaam Slot ook af en toe gebruikte. Ook haar tweede man Geert Jacobs wordt zo nu en dan met de achternaam Pijlman genoemd. 

Hij werd gedoopt als Jakob Jakobs, zoon van Jacob Egberts (of Geerts) en Aaltjen Geerts. In 1748 heet een zoon op deze plaats in de kinderrij Geert. Wat betreft de naam van de vader: Er leefde voor zover bekend geen Jacob Egberts te Beulake, en de naam van de moeder klopt met de moeder in 1748. Bovendien ontbreekt een ander kind Geert, terwijl een Geert te verwachten is op basis van de vernoeming van de grootouders. 
Femmigje en Geerts zoon Jacob maakt het ook bont. Zo wordt hij Jacobus de Vries, Jacobus Geers, Jacobus Smak, Jacob Geerts de Vries of Jacob Geerts Smak genoemd. Je snapt dat uitzoeken hoe de puzzel in elkaar steekt soms een lastige klus is. 

De Flodder is ook een kwelgeest uit de Brabantse folklore. Een wezen dat zich ophoudt in sloten, plassen en langs dijken. Zijn naam dankt de Flodder aan het geluid dat hij voortbrengt wanneer hij uit het water oprijst. Aanwijzingen dat Femmigje uit Brabant komt zijn er niet. 

Een Flodder is ook een kabel die dient om de kor en de boot te besturen als tijdens het vissen een roer niet te gebruiken is. En we kennen allemaal de uitdrukkingen "een losse flodder" of een flodderig kledingstuk als aanduiding voor iets dat wijd en loszit.

Googelend op de betekenis van Flodder kwam ik ook uit op de site van Tresoar. Ook zij zochten de herkomst van de naam Flodder uit. En we kwamen tot dezelfde conclusie dat Flodder een toponiem is afkomstig van de Flodder in de Weerribben-Wieden. Het stuk vind je hier. De Vlodderbrug ligt zo'n 15 kilometer van het voormalige dorp Beulake. De meest voor de hand liggende verklaring en waarschijnlijk de geboorteplaats van Femmigje. 

Wil je wandelen in het prachtige natuurgebied de Weerribben en het gebied zien waar Femmigje mogelijk is opgegroeid? De Vlodderbrug vind je hier. 

woensdag 19 oktober 2022

Cornelis Everts Mossel

Niet van al mijn voorouders kan ik de archieven veel gegevens vinden. Het liefst schrijf ik over iedereen een lang verhaal, maar bij de meesten kom ik niet verder dan de geboorte-, trouw- en sterfdatum. Aangezien ik momenteel weinig nieuwe gegevens meer kan vinden in de online archieven en ik toch leuk vindt om af en toe hier wat te plaatsen, heb ik besloten toch die kleine verhaaltjes hier te delen. Het zijn vaak kleine gebeurtenissen, maar soms ook grote, die toch een impact hebben gehad op het dagelijks leven van mijn voorouders. Bijzonder genoeg om destijds te worden opgetekend, voor mij bijzonder genoeg om hier nu op mijn site te plaatsen. 

Dit verhaal gaat over Cornelis en zijn vader.


Cornelis Everts Mossel is gedoopt op 28 maart 1795 te Emmeloord, Schokland. Als zoon van Evert Alberts Mossel en Maria Hendricks Toeter. Hij was een van de vier zonen uit een gezin van in totaal zeven kinderen. 
Emmeloord, Schokland voor de drooglegging

Op Schokland was men zeer bijgelovig. In 1801 was vader Evert Alberts Mossel aan het vissen tot hij op een gegeven moment zijn hele visnet aan flarden trok. Iedereen op het eiland wist al heel snel wat hiervan de oorzaak was. Hij was die avond er voor bezig geweest met zijn garnalennetten, op zich niet vreemd, maar het was de feestdag te ere van onze Lieve Vrouwe Hemelvaart (niet te verwarren met Hemelvaartsdag) en op die dag wordt niet gewerkt. Volgens de buren was hij "alzo een aanmerkelijk gedeelte van de feestdag bezig met visschen en tot straffe scheurde hij zijn gansche net". Een gevalletje god straft direct volgens de Schokkers.

Onze-Lieve-Vrouwe-Hemelvaart

Cornelis was 18 jaar toen zijn vader overleed. En net als zijn vader en diens vaders daarvoor was ook Cornelis visser. Hij had een grote schuit van 27 ton. Het was de norm dat vissers een eigen schip probeerden te hebben voordat ze gingen trouwden. Vaak was dat er de oorzaak van dat vissers op vrij late leeftijd trouwden. 

Cornelis was 31 toen hij in 1826 met de 26 jarige uit Leiden afkomstige Catharina Schoenmakers trouwde. Haar vader was Corporaal in het Regiment Cavallerie van de Luitenant Generaal Stavenisse Poús, in de Compagnie van de Ritmeester Hoffman. Hendrikus Pieter Schoenmaker werd geboren in Eigenbilze, België en trouwde in Zwolle met Catharina Wijnholts, ook dochter van een soldaat. 


Regiment Cavallerie van de Luitenant Generaal Stavenisse Poús

Het gezin Schoenmakers volgde vaders steeds naar de volgende legerplaatsen. Zo kwam het dat Catharina in Leiden werd geboren, haar zus in Hoorn en een andere broer en zus in Groningen voordat het gezin in Vollenhove neerstreek waar haar vader en moeder ook zijn overleden. 

Catharina en Cornelis hebben elkaar in Vollenhove ontmoet en hebben er elkaar ook het Ja woord gegeven. Het gezin beleef ook in Vollenhove wonen. Cornelis was dus een van de Schokkers die al ruim voor de ontruiming van Schokland naar elders was vertrokken. Pas in 1823 werd er in Vollenhove een binnenhaven aangelegd in de slotgracht van het voormalig kasteel Oldehuis. En in 1825 werd de slotgracht verbonden met de Zuiderzee. Mogelijk dat Cornelis toen naar Vollenhove is gekomen vanuit Schokland. Na de ontruiming van Schokland vertrokken er meer Schokker vissers naar Vollenhove en werd de visserij de belangrijkste inkomstenbron voor Vollenhove. De meeste van de vissers in Vollenhove woonde aan de, hoe kan het ook aan anders, Visserschstraat. Zo ook Cornelis en zijn gezin. Het gezin kreeg zes kinderen waarvan er twee op jonge leeftijd kwamen te overlijden. 


Visschersstraat Vollenhove

In 1821 woonde Cornelis nog op Schokland blijkens een verslag van de schout van Schokland. Hij beschrijft de hulp die o.a. Cornelis biedt aan een schipper in nood. 

Het zat de 26-jarige schipper Pieter Lindeloo uit Medemblik niet mee. Het vroor vinnig en moeizaam zocht zijn met straatvuilnis vol­geladen schip zich een weg tussen het verraderlijke drijfijs op de Zuiderzee. In de buurt van Schokland gekomen ging het niet langer meer. Zaterdagmorgen 24 februari 1821 ging hij daarom op de rede van Schokland voor anker, wachtend op betere tijden die niet komen zouden. In de nacht van zondag op maandag raakte hij ingesloten in het ijs, en met veel moeite kregen Lindeloo en zijn knecht het anker binnenboord. De daaropvolgende nacht dreef het schip te midden van de ijsschotsen van de rede terug naar de zee. Op ongeveer een uur varen van de buurt Emmeloord schoof het ijs zodanig toe dat er een gat in de scheepsromp ontstond, waardoor het schip begon te zinken. Daarop zijn de schipper en zijn knecht “door de menschlievende visschers” Louwe Bruinsen Veen, Kornelis Everts Mossel en Jan Jansen Zalm, alle te Emmeloord wonende, gered en naar het eiland gebracht. Ook de zeilen, het touwwerk, de luiken en wat andere losse goederen konden gered worden. Ongetwijfeld tot grote teleurstelling van de redders zat er voor hen geen beloning aan, want Lindeloo beweerde dat hij arm was “en niets anders dan zijne hartelijkste dank konde mededeelen.” Nadat de volgende dag het schip door de Schokkers aan wal gebracht was, zegde de schipper toe hen alsnog voor hun moeite te belonen.

Vissers in Vollenhove

Johanna overleed al vrij jong op 5 maart 1852 in Vollenhove. Ze was 52 jaar oud. Hun jongste dochter, eveneens genoemd Johanna was toen net 14 jaar. Zij trouwde later met Tijmen Alberts Klappe. Hun oudste zoon Evert die net was getrouwd met Janna Dokman was 24 jaar. 

In 1854 duikt Cornelis naam op op een lijst met Schokker vissers die in de haven van Emmeloord liggen. De lijst bevatte de namen van alle vissers die het haven geld nog moesten betalen en diegene van wie werd gedacht dat ze het niet meer konden betalen. Volgens een artikel van Ab en Bruno Klappe staat Cornelis als nummer 38 op de lijst. Geen idee waarom. Mogelijk dat hij na het overlijden van zijn vrouw weer naar Schokland is vertrokken? Ik vind hem tussen 1850 en 1860 echter wel in de bevolkingsregisters van Vollenhove. Hij woont dan aan de Visscherstraat 255 met zijn kinderen. Er staat niets in vermeld over een eventueel vertrek. Zelf zie ik de naam Kornelis Evers staan. Mogelijk dat er een andere Kornelis Evers wordt bedoeld. 

Hoewel Cornelis nog jong genoeg is, hertrouwd hij nooit meer. Hij krijgt 22 kleinkinderen van wie er 10 al jong overlijden. Ook zijn dochter Hermina overleeft hij. Zij wordt slechts 35 jaar oud. Cornelis sterft op 8 augustus 1875 in Vollenhove op 80 jarige leeftijd. 

Op de site van de Stad Vollenhove vind je meerdere interessante verhalen over de visserij in Vollenhove.







zaterdag 1 oktober 2022

Bekende familieleden deel I

Hugo de Groot, de bekende schrijver en rechtsgeleerde. Wie kent hem nou niet? Hij is voornamelijk bekend om zijn ontsnapping in de boekenkist uit Slot Loevestein. Afgelopen meivakantie heb ik de tentoonstelling bezocht over Hugo de Groot in Slot Loevestein en bezocht ik in Gorinchem het Hugo de Groot poortje. 

Slot Loevestein

Hugo werd geboren in Delft in 1583. Hij was een slimme jongen. Op 11 jarige leeftijd studeerde hij al aan de universiteit van Leiden. Ik zal niet heel zijn levensgeschiedenis hier neer zetten. Deze kun je ook vinden op Wikipedia
Hugo de Groot

Hugo de Groot's vader was Jan de Groot, burgermeester van Delft van 1591 tot 1595. De familie de Groot was een vooraanstaand en adellijk geslacht. De moeder van Jan de Groot was Adriana van Adrichem. En Adriana van Adrichem was een nicht van Dirck Phillipsz van Adrichem. En hij is weer een van mijn rechtstreekse voorouders. Dat maakt Hugo de Groot hele verre familie van mij. 
 
Jan de Groot

Adriana van Adrichem kwam ook uit een vooraanstaande familie. Haar vader was Adriaan Claasz van Adrichem, burgermeester van Delft in 1550-1553. 
"Int jaer van XVc ende XL doen woerde gheboren Adriaen Adriaensdochter ende was mijn vijfde kynt ende is gheboren op den XXII in julius op een doenderdach smoerghens te ses uren ende het was op synte Marie Maddelenendach ende haer peten sijn gheweest Bely Claes Coernelisz. huysvrou haer moey ende gaf tot haer pilleghyft XXXI stuwers ende Maertghen Willem Fransz. dochter ende gaf tot haer pilleghyft XXV stuwers, Koers Willemsz. die soen van Willem Coersz. ende gaf tot haer pylleghyft XXVIII stuwers. " Schrijft Adriaan over zijn dochter Adriana. (Over Adriaan zal ik meer schrijven in volgende post.) 

Het wapen van Portugal

Adriana trouwt met Frans Pieters van Overschie. Frans was Korenkoper. Het gezin woonde aan de Oude Delft 75. Het pand heette oorspronkelijk "Het wapen van Portugal". Frans en Adriana krijgen samen één dochter, Aaltje van Overschie, die de moeder van Hugo zal worden. 
Adriana overlijd op jonge leeftijd in 1574, slechts 33 jaar oud. Dochter Aaltje is dan 12 jaar. Adriana's broer Nicolaas, ook burgermeester van Delft woont rond 1600 in het Wapen van Portugal. 


In 2017 werd op televisie het programma "Kunstraadsels" uitgezonden. Daarin kwam ook het onderstaande schilderij genaamd "de Burgermeester van Delft" van Jan Steen aan bod. Er werd gezocht wie de man is die op het schilderij staat. Ook burgermeester van Adrichem werd genoemd als mogelijke kandidaat. Uiteindelijk blijkt het graanhandelaar Adolf Croeser te zijn voor zijn huis aan de Oude Delft 111, maar het schilderij geeft een erg mooi tijdsbeeld weer. Jan Steen woonde zelf aan de Oude Delft 74.

"De burgermeester van Delft" Jan Steen

Afgelopen november was ik voor mijn werk in Delft. Tijdens een rondleiding door de stad vergaapte ik me aan de prachtige monumenten die Delft rijk is. Leuk om er rond te lopen en te weten dat er familie heeft gewoond. Hier ligt de bakermat van onze kant van de achternaam van Adrichem, maar daarover later meer. 
De website achterdegevelsvandelft.nl is een aanrader als je meer wilt weten over de historie van veel monumentale panden in Delft.