Rond 1470 werd in Delfgauw Nicolaes geboren, roepnaam Claes,
vernoemd naar zijn opa van vaderskant. Hij was een zoon van Adriaen Claesz en
Aeghjen van Crooswijk.
Claes, bouwman van beroep trouwde met Belij Claesdr. Vermoedelijk overleed Belij al jong, mogelijk tijdens de zwangerschap of bevalling. Claes hertrouwde met Machteld Claes Vranckendr van den Bergh. Samen kregen ze vier kinderen. Zonen Philips, Elias en Adriaen en dochter Belij. De achternaam van Adrichem werd toen nog niet gebruikt. Ik stam af van de oudste zoon, Philips.
Adriaen is de jongste zoon, zijn naam ben je misschien in het verhaal over Hugo de Groot al eens tegen gekomen. Deze Adriaen is de pater familias van een invloedrijke familie in Delft. Adriaen werd op 31 mei 1503 geboren in Delft. Hij trouwt met Baertgen Corsse van Vliet op 25 juni 1527 in Delft. Adriaen is dan 24 jaar, Baertgen nog maar 15 jaar. Het stel krijgt maar liefst elf kinderen, waarvan er vier al op jonge leeftijd komen te overlijden.
Delft 1536 |
In 1536, het stel had toen drie kinderen, was er een grote
stadsbrand in Delft. De meeste huizen, die van hout waren, brandden af.
Driekwart van de stad werd verwoest. Het gehele gemeentearchief ging in de
vlammen op, waardoor er weinig gegevens zijn van voor 1536. Ook Adriaen en zijn
gezin zullen slachtoffer zijn geweest van de brand en waarschijnlijk dakloos
zijn geworden. Na de brand werd de stad weer opgebouwd, dit keer met huizen van
steen.
Delft was rond 1550 dé brouwerij hoofdstad van Nederland. Op het hoogtepunt stonden er meer dan 200 brouwerijen in de stad. In 1554 werd in totaal 77 miljoen liter bier gebrouwen in Delft. Het merendeel was bestemd voor de export. Bier was in die tijd de eerste levensbehoefte van de mens. Drinkwater zoals wij dat kennen was er niet en oppervlakte water was sterk verontreinigd. Wijn was te duur en veel mensen konden niet tegen koemelk. Pas in de 17e eeuw met de oprichting van de VOC gingen mensen koffie, thee en cacao drinken. Voor die tijd werd er voornamelijk bier gedronken, ook door kinderen.
Delft was vanwege zijn ligging en goed bevaarbare kanalen een ideale plek voor de import van graan en de export van bier. Drie keer per week krioelde de grachten dan ook van de kooplieden, graanhandelaren en brouwers die hun waar aan de man probeerde te brengen.
De meeste brouwerijen bevonden zich aan de doorgaande grachten, De Oude Delft, De Nieuwe Delft en de Koornmarkt. In 1600 was het de rijkste buurt van de stad. De erven liepen in die tijd nog van gracht tot gracht. In het voorhuis werd gewoond, in het pakhuis aan de achterkant werd bier gebrouwen. Ook nu nog zijn de oude pakhuizen ter herkennen aan de grote kelderluiken aan de straatkant waar de vaten bier naar binnen en buiten werden gerold.
Brouwerij “Het Dubbele Cruijs” was de enige die destijds te
boek stond als gevestigd aan de oostzijde van de Oude Delft (nr. 50-52). Als
‘voorhuis’ van de brouwerij werd genoemd het pand Koornmarkt 65, schuin
erachter. Het pand werd na de stadsbrand van 1536 gebouwd op een kelder die nog
van voor de stadsbrand stamt. Het was een grote brouwerij, in 1600 telde het
acht vuurhaarden, drie eesten (verwarmde roosters om geweekt en gekiemd graan
op te drogen) en twee brouwketels. De brouwerij bestond toen uit een aantal
panden die samen de brouwerij “het Dubbele Cruijs” vormden. (Koornmarkt 65 tot
71). In 1565 was Koornmarkt 67 (nu het museum Paul Tetar van Elven) pal achter
de Oude Delft 48 de hoofdvestiging van de brouwerij, inclusief een rosmolen.
Het Dubbele Cruijs |
Adriaen was een rijke graankoopman en was in elk geval in 1557 eigenaar van brouwerij “het Dubbele Cruijs”. Hij en zijn gezin bewoonden het voorhuis, het bier werd gebrouwen in het andere pand. De grote brouwers zoals Adriaen, verdienden veel geld. Ze behoorden tot de elite van de stad. Het verschafte ze veel macht waardoor ze vaak een plaats in het stadsbestuur in namen. Doordat er veel brouwers in het stadsbestuur zaten konden ze er zelf op toezien dat het water in de grachten niet verontreinigd raakten wat de kwaliteit van het bier ten goede kwam. Adriaen werkte zich ook op in het stadsbestuur en werd schepen en van 1550 tot 1553 was hij zelfs een van de vier burgermeester van Delft. In 1560 was Delft, na Amsterdam, de grootste stad van Holland met 14.000 inwoners. Een baan met aanzien dus.
Adriaen overleed 2 maart 1560 in Delft op 56 jarige
leeftijd. Hij werd begraven in de oude Kerk te Delft. Na 1600 verdwenen de
brouwerijen langzaam uit Delft vanwege de afgenomen vraag naar bier. Men dronk nu ook koffie en
thee. Wanneer de brouwerij in andere handen is overgegaan weet ik niet, maar de
brouwerij “het Dubbele Cruijs” heeft tot 1629 bestaan. Adriaen’s vrouw Baertgen
woonde in 1565 niet meer in de brouwerij, maar in 1571 wel weer. Mogelijk heeft
een van de kinderen het overgenomen.
Oude Delft 50-52 |
In het nationaal Archief in Den Haag ligt een familie archief van de familie van Adrichem met aantekeningen van Adriaen zelf. Het oud Hollands is misschien wat lastiger te lezen maar bied een schat aan informatie. Ik ben benieuwd of je je er door heen weet te worstelen.
Hier alvast een verklarende woordenlijst.
Pillegift = Het was in vroeger tijd gewoonte dat, wanneer
een kind gedoopt werd, de zogenaamde doopheffers aan hun petekind een geschenk
gaven.
Moey = tante
Orbiit = sterven
Op den XXV in junio anno XVc ende XXVII op synte
Janspille hebbe ick ghetrout Baertghen Coers Jacopz. dochter van Naeldick op
die Vliet ende ick was doen ter tijt oeut omtrent VII weken myn dan XXIIII
jaeren ende Baertghen was out omtrent XV jaeren ende een halfwe.
Int jaer ons Heren XVc een ende doertich den IIII dach
int januario, dat jaer ingaende op die jaersdach, doen woerde gheboren Claes
Adriaensz. mijn eerste kynt smoerghens als die clock VI gheslegen was ende het
was op een woensdach ende sijn peten waeren Machtelt Claes Adriaensz. weduwe
sijn groetemoeder van sijn vaders weghen ende Philips Claesz. mijn broeder ende
Adriaen Allertsz. op die Schie sijn oem van sijn moeders weghen; sijn
groetemoeder ghaf tot sijn pilleghyft twie philipsgulden ende sijn oem Philips
twie poent hoellants ende sijn oem Ariaen Allert twie rijnsgulden. Op den
XXIIIIen dach in februario anno XVc ende XLII op synte Matijsdach, het jaer
ingaende op jaersdach, doen stoerf Claes Adriaensz. op en saterdach, mijn eerste
kynt, ende was out XII jaer ende VI weken ende eenen dach ende leyt begraven in
de Oude Kerck.
Int jaer ons Heren XVc ende driendoertich, tjaer ingaende
op die jaersdach, doen woerde gheboren Coersteiaen Adriaensz., mijn twiede
kynt, op synte Valentijnsdach ende was op een vrijdach smoerghens voir vijf
uren op den XIIII in februario ende sijn peeten sijn gheweest Claes Coernelisz.
sijn oem van Delfgaeu ende gaf hem tot sijn pylleghyeft XXXII stuwers ende sijn
oem Henrick Coerssen opt Wout ende ghaf hem tot sijn pilleghyft XXXII stuwers
ende sijn moetgen Trijntghen Ariaen Allertsz. huysvrou ende gaf tot sijn
pylleghyft XLII stuwers. Obiit tot Coelen den 20en junii anno 1585 wesende 52
jaer oudt.
Int jaer ons Heren XVc ende XXXV doen woerde gheboren
Machtelt Adriaensdochter mijn doerde kynt ende is gheboren op den XXVII dach in
julius ende was in der nacht ten twie uren twysschen die manedach ende dynxdach
ende haer peten sijn gheweest Willem Koerssen haer oem ende gaf tot haer
pilleghift XXXII stuwers ende Aeltghen Anthonis van Dick'en huysvrou ende gaf
tot haer pilleghyft XXXII stuwers ende Aechgen Gheret Jacop Hovez. huysvrou
haer moey ende gaf tot haer pylleghyft XXXII stuwers. Obiit haestich, wesende
op haer woning bij Naeltwijck, den 30en augusti anno 1597, oudt wesende 62
jaer.
Int jaer van XVc ende XXXVIII doen woerde gheboren Claes
Adriaensz.mijn vierde kynt ende is gheboren op dat eerste uier in aprel
snach[ts] ten eender uier twisschen die manedach ende soennedach ende sijn
peten waren Gheret Jacop Hovez. sijn oem ende gaf tot sijn pilleghyft XXXII
stuwers ende Jan Willemsz. van Doerp mijn neef in den Haghe ende gaf tot sijn
pilleghyft twie rijnsgulden ende
Maertghen Claes Claesz. weduwe an Maeslantse sluys ende ghaf tot sijn
pilleghyft XXI stuwers.
Int jaer van XVc ende XL doen woerde gheboren Adriana
Adriaensdochter ende was mijn vijfde kynt ende is gheboren op den XXII in
julius op een doenderdach smoerghens te ses uren ende het was op synte Marie
Maddelenendach ende haer peten sijn gheweest Bely Claes Coernelisz. huysvrou
haer moey ende gaf tot haer pilleghyft XXXI stuwers ende Maertghen Willem
Fransz. dochter ende gaf tot haer pilleghyft XXV stuwers, Koers Willemsz. die
soen van Willem Coersz. ende gaf tot haer pylleghyft XXVIII stuwers. Obiit tot
Utrecht aprilis anno 1574,wesende 33 jaer oudt.
Int jaer van XVc ende XLII den XII in junio doen woerde
gheboren Martghen Adriaensdochter ende was mijn seste kynt ende is gheboren
smoergens voir IX uren op synte Odulfusdach ende het was op een manedach ende
haer peten sijn gheweest Adriaen Dierckdochter die huysvrou van Eliaes Claesz.
ende gaf tot haer pielleghyft XXXIIII stuwers ende Coers Ariaen Allertsz. ende
gaf tot haer pielleghyft XXXII stuwers ende Maertghen Tonisdochter <die
huysvrou van> Dierck Jansz. Olyslaghers huysvrou ende gaf tot haer
pilleghyft XLIIII stuwers. I
nt jaer van XVc ende XLV, tjaer ingaende op die
jaersdach, op den II februario op vronlichmysdach smoerghens nae drie uren doen
woerde gheboren Geertruyt Adriaensdochter ende was mijn sevende kynt ende haer
peten sijn gheweest Ariaen Ariaen Allertsz. soen op die Schie ende ghaf tot
haer pilleghyft XXXVIII stuwers ende Martghen Hughen die huysvrou van Anthonis
Dierckz. ende gaf tot haer pielleghyft XLIIII stuwers ende Claertgen Coenssens
in den Haghe die huysvrou van Jacop Wiellemsz. van Doerp ende gaf tot haer
pielleghieft XLVIII stuwers. Obiit haestich, uuyt haer huys gegaen sijnde,
worden onderwech sieck ende ginck in ten huyse van Tonis Cornelisz.
laeckencoper, alwaer sij overleden es den 22en novembris anno 1600 tsavonts
ontrent acht uuyeren, oudt wesende 56 jaer.
Op den XXXen januario anno XVc ende XLVII, tjaer ingaende
op jaersdach, doen woerde gheboren Jacop Adriaensz. smoerghens een quartier nae
ses uren ende was mijn achte kynt ende sijn peten sijn gheweest Anthonis
Dierckz. van Dijck sijn oem ende gaf tot sijn pielleghyft XXXII stuwers ende
Frans Mateeusz. brouwer ende ghaf tot sijn pielleghyeft VIII s VI g. vlaems
ende Maertghen Willemdochter die dochter van Willem Coerssen van Naeldick ende
gaf tot haer pilleghyft XXVIII stuwers.
Op den eersten julius anno XVc ende XLVIII doen woerde
gheboren Machtelt Adriaensdochter tsavons te acht uren ende was op een
soennedach ende het was dat leste quartier maents, die was ghenaemt nae mijn
moeder saliger ghedachten ende haer peten waren Elias Claesz. mijn broeder ende
Bely Claesdochter mijn suster ende Claesgen Hoellant Claesz. weduwe mijn moey.
Dit voirs. kynt was besteet te Naeldick tot Ariaen Jansz. ende is aldaer
ghestoerven ende begraven int graf van Machtelt Coers Jacopz. [doorgehaald: we]
s.g. haer groetemoeder, doen out was drie weken ende was mijn IX kynt.
Op den XXIII april anno XVc ende vijftich op synte
Jorysdach ende was op enen woensdach int eerste quartier maents doen woerde
gheboren Machtelt Adriaensdochter savons ten thien uren ende was mijn thiende
kynt ende is ghenaemt nae mijn moeder s. ge. ende sijn peten sijn gheweest
Adriaen Arlewijnsz. ende gaf tot sijn pylleghyft drie philipsgulden styck van
XXVII stuwers ende Machtelt Tonisdochter die huysvrou van Claes Claesz. Tou
ende gaf tot sijn pielleghyft XLVI stuwers ende Janetgen Jansdochter die
huysvrou van meyster Lambrecht Zuyerssen de brouwer ende ghaf tot haer
pielleghyft twie philipsgulden styck tot XXVII stuwers. Dit voirs. kynt is
besteet gheweest in de niewe proechi ende is ghestoerven ast out was VI weken
ende leyt begraven in de Niewe Kerck.
Op den XXXen dach in mey anno XVc ende eenenvijftich op een saterdach tsavons te VII uren int leste quartier maents doen woerde gheboren Machtelt Adriaensd. ende was mijn elfde kynt ende is ghenaemt nae mijn moeder saligher memorie ende sijn pethen sijn gheweest Aechghen Gheret Jacop Hovez. huysvrou ende ghaf tot haer pilleghyft [niet ingevuld] ende Trijntghen Ariaen Allertsdochter ende ghaf tot sijn pilleghyft [niet ingevuld] ende Coersteiaen Adriaensz. mijn soen ende ghaf tot haer pilleghyft [niet ingevuld].
Oude kerk en Oude Delft |
En nog als laatste, aantekeningen van zijn zoon over het
overlijden van zijn vader Adriaen en zijn moeder Baertgen.
Den 2en maert anno 1560 nae tgemeen scriven is mijn vader
Adriaen Claesz. s. in den Heer gerust, [in margine: 56 jaer], ende leyt
begraeven in de Oude Kerck in Sint Joriskoer, alwaer twee graeven besien de
anderen leggen, bij mijn moeder van de kerckmeesters gecoft. Den 8en januarii
anno 1575 nae tgemeen scriven is mijn moeder Baertgen Corssendr. s. in den Heer
gerust, [in margine: 62 jaer], ende leyt begraeven in de Oude Kerck in Sint
Joriskoer besien mijn vader s. int tweede graff.
Knap als je het tot het eind hebt doorgelezen!
De familie van Adrichem had in de 16e en 17e
eeuw behoorlijk wat invloed in Delft. Het regentenpatriciaat bestond vooral uit
de volgende families: Van der Burch, Van der Dussen, Van Der Meer en dus de
familie Van Adrichem. De kinderen van Adriaen trouwden veelal met
afstammelingen van de andere heersende families. Daardoor bleef het
regentenpatriciaat van Delft een hechte kliek van verwante families. De
burgemeesters konden, door hun grote invloed, familie of bevriende relaties goede
posities toespelen, om zo zelf steun te verwerven en in het zadel te blijven
zitten. Volgende keer zal ik wat meer vertellen over een zoon van Adriaen die
ook minstens zo succesvol was als zijn vader.