 |
Kasteel Adrichem |
Ik schreef al eerder over de legende van de Zwanenjonkvrouw van Adrichem in mijn post over achternamen, maar ik vond een uitgebreidere versie op rondomdewijkertoren. Deze kan hier op mijn blog natuurlijk niet ontbreken!
Er was eens, heel lang geleden, een kasteel van de heren van
Adrichem. Op een mooie zomerdag ging de toenmalige heer van Adrichem, Floris,
een tochtje op zijn paard ging maken. Hij reed via de Aechtendyk naar de Molen
watering tot hij bij het Zwaensmeertje uit kwam. Hier wilde hij even rusten en
genieten van de zwanen die daar altijd zwommen. Tot zijn grote verbazing zag
hij in het water een prachtige jonkvrouw zwemmen. Ze was zo mooi dat hij
onmiddellijk verliefd op haar werd en haar in gloedvolle bewoordingen zijn
liefde verklaarde. Eerst schrok de jonkvrouw vreselijk maar Floris wist haar al
snel te overtuigen dat hij geen kwaad in de zin had. Integendeel, hij wilde
haar tot zijn vrouw nemen.
De jonkvrouw weigerde echter om uit het water te
komen en stelde als eis dat hij haar de mooiste jurk die kon vinden zou brengen
om die bij het meertje achter te laten waarna zij zelf naar het kasteel zou
komen om zijn vrouw te worden. Floris van Adrichem reed snel terug naar het
kasteel. In de kamer waar vroeger zijn moeder, Elisabeth van Duivenvoorde,
woonde, hing nog steeds de jurk waarin zij met zijn vader was getrouwd. Die
jurk, met een dieprode kleur, was de mooiste jurk die hij ooit had gezien en
zeker goed genoeg voor de schone jonkvrouw.
 |
Lijstbeth van Duijvenvoorde in haar bruidsjurk
|
Snel reed hij weer terug naar het Zwaensmeertje,
liet daar de jurk op de oever achter, reed weer terug naar het kasteel en
wachtte daar ongeduldig tot de jonkvrouw kwam. Bij het vallen van de avond
verscheen zij bij de poort in de trouwjurk van zijn moeder en zijn liefde voor
haar werd nog groter.
Na het avondeten zaten zij nog wat te praten en toen
vertrouwde zij hem haar geheim toe. Zij was geen gewone jonkvrouw maar een
zwanenjonkvrouw. Elke dag kon zij één uur lang de gedaante van een gewone vrouw
aannemen en alleen door de oprechte liefde van een man kon zij vrouw blijven.
Doordat hij geduldig op haar had gewacht en gedaan had wat zij hem vroeg had
hij zijn oprechte liefde aan haar bewezen. Zij had daarom haar zwanenhemd
achtergelaten en verstopt bij het Zwaens meertje. Voor een groot aantal jaren
leefden zij daarop samen als man en vrouw. De liefde van Floris bleef oprecht
totdat hij een zoon, een erfgenaam voor zijn kasteel wilde. Helaas was dat
onmogelijk. Een man en een zwanenvrouw kunnen samen geen kinderen krijgen. Het
verlangen naar een zoon werd zo groot dat Floris begon te kijken naar een
gewone vrouw en toen hij Machteld van Poelenburg ontmoette vroeg hij haar om
zijn vrouw te worden en hem een zoon en opvolger te schenken. Toen de
zwanenvrouw dat hoorde vluchtte zij naar het Zwaens meertje en viel daar voor
dood neer.

Daarop streken er twee zwanen neer met tussen hen in een zwanenhemd.
Zij gooiden het hemd over de zwanenjonkvrouw en in de gedaante van een treurige
zwaan verdween zij in de lucht. Een zwaan is van het begin tot het einde trouw
aan één partner en vanaf dat moment komt de zwanenjonkvrouw af en toe terug om
te kijken of Floris van Adrichem zijn dwaling heeft ingezien maar Floris is
lang geleden al gestorven. Hij heeft nooit kinderen gekregen en heeft zijn
liefde voor de zwanenjonkvrouw dus voor niets opgegeven. De zwanenjonkvrouw
blijft echter trouw aan haar liefde want wanneer later het kasteel door onheil
werd bedreigd hoorden voorbijgangers het waarschuwende getrompetter van een
zwaan en nog steeds ziet men af en toe een schitterende witte zwaan boven de
resten van het huis Adrichem zweven. Het is de zwanenjonkvrouw op zoek naar
haar geliefde.
 |
Sijmon van Adrichem |
Floris van Adrichem was de oudste zoon van Sijmon van
Adrichem en Lijsbeth van Duivenvoorde en heer van Adrichem van ± 1487 tot zijn
dood in 1500. Hij trouwde met Machteld van Poelenburch maar het huwelijk bleef
kinderloos. Hij werd opgevolgd als heer van Adrichem door zijn jongste broer
Arend. Mijn achternaam is afkomstig van dit kasteel, maar ik ben niet verwant aan deze familie.
Op een schilderij van rond 1430 staat Lijsbeth afgebeeld in een lange
rode mantel met wijde mouwen. Daaronder draagt zij een brokaten jurk, waarvan
de extreem lange mouwen onder die van haar mantel uitvallen. Om haar middel
draagt ze een gouden gordel met belletjes. Aangezien Sijmon en Lijsbeth rond 1430
trouwden is het waarschijnlijk dat Lijsbeth is geportretteerd in haar
bruidskleed.
Bron;
rondomdewijkertoren