Wist je dat er in Nederland vijf typen achternamen zijn?
De universiteit van Utrecht heeft hier onderzoek naar gedaan en kwam tot de conclusie dat er vijf verschillende typen zijn. Deze achternamen zeggen allemaal iets over de gene die deze achternaam aan nam.
- Er zijn namen die aangeven wiens kind je bent. (afstammingsnaam, patroniem) Bijvoorbeeld de zoon van Jan werd Jansen. de zoon van Piet werd Pietersen. Frenk werd Frenken, Hendriks enz.
- Er zijn namen die aangeven waar je vandaan komt. (herkomstnaam) Bijvoorbeeld Van Egmond, de Vries, van Amerongen enz.
- Er zijn namen die aangeven waar ze hebben gewoond. (adresnaam) Bijvoorbeeld Van der Molen, van den Berg, van Dijk, van den Heuvel, Bos, ten Barge enz.
- Er zijn namen die aangeven welke eigenschappen diegene had. (bijnaam, eigenschapsnaam) Bijvoorbeeld De Lange, de Groot, de Jonge, De Bruyne enz.
- En er zijn achternamen die aangeven welk beroep je voorouder had. (beroepsnaam) Bijvoorbeeld Molenaar, Smid, Bakker, Visser, Kuipers, Mölders enz.
Tot aan het eind van de middeleeuwen was het niet gebruikelijk om een achternaam te hebben, maar het is een fabel dat Napoleon de achternaam heeft ingevoerd. Velen hadden al een achternaam toen Napoleon in 1811 iedereen verplichte om een achternaam te kiezen. Had je nog geen achternaam dan moest je er inderdaad een kiezen.
Adellijke personen hadden al wel een achternaam en in de grote steden was vanwege de dichtere bevolktheid het niet meer voldoende om een patroniem te gebruiken en hadden mensen hier vaak ook al wel een achternaam. In Friesland en Groninger kwam het echter bijna niet voor dat mensen een achternaam hadden. In het Noorden van Nederland moest dan ook het vaakst nog een achternaam aan worden genomen en geregistreerd worden in het register van naamsaanneming.
Per regio verschilt ook nog of een type achternaam meer voorkomt dan de andere. In het rivierengebied komen er meer herkomstnamen voor. Op de Veluwe zijn dit vaker patroniemen.
In Twente en de Achterhoek zijn boederijnamen (huisnamen) veel voorkomend. De achtervoegsels -ink, -inga of -ing komen hier vaak voor en geven de oorsprong aan van "de familie van". En er werd niet altijd de achternaam doorgegeven van de vader. Trouwde een stel en gingen ze op de boerderij van de vrouw wonen dan werd de naam van de vrouw aangenomen. Voorbeeld; Derk Holleman trouwt met Jenneken Japink. Ze gaan wonen op de boerderij van Jennekens ouders. Derk neemt de achternaam Japink aan. En hierbij is Japink met achtervoegsels -ink de boederij van Jacobink (Jaopink). Soms worden ook beide namen gebruikt, in de archieven kwam ik Holleman op Japink tegen. Een mooi voorbeeld is ook de meer bekendere achternaam Scholten op Reimer.
Na 1811 werd er wel bepaald dat achternamen alleen via vader op kind over zouden gaan. En de schrijfwijze van de achternaam werd vastgelegd.
Werd de achternaam van mijn voorouders voor 1811 nog gespeld als Fitjeroo, Fietjero, Fitjero, Vitjero, Fietjeroe, Pietjerou, Titero, Fitiero of Tetjero. Na 1811 bleef het Vitjeroo tot de naam uiteindelijk vanwege gebrek aan nageslacht met mijn betovergrootmoeder Hendrikje Vitjeroo in 1913 in Nederland uit zou sterven.
Kom je een keer bij de Beverwijkse bazaar, rijd dan twee kilometer door naar de Adrichemlaan. Op deze plek stond in de 8e eeuw (722) een versterkte hoeve "Adrichaim". Een ompaalde nederzetting met economisch en militair karakter. Een hoeve die diende ter bescherming van vijandelijke aanvallen. Rond deze hoeve is Beverwijk ontstaan.
Adrichaim is de plek waar "Adrik" woonde. Dus Adric-Haim, waar haim of heem staat voor "bescherming biedend huis".
In de tweede helft van de 13e eeuw werd op de plek van deze hoeve kasteel "Adrichem" gebouwd. Dit was het kasteel van Gerard van Velsen en zijn vader, de moordenaars van graaf Floris V van Holland. (Voor diegene die naar de serie "het verhaal van Nederland" hebben gekeken!) Dit kasteel werd later verwoest en op de oude fundamenten werd in 1515 een nieuw kasteel gebouwd.
Kasteel Adrichem was een omvangrijk landgoed. Het was omgeven door een gracht en verschillende boomgaarden en tuinen. Het had volgens een document uit 1808 met de beschrijvingen van de bezittingen een "Capitalen appelen, peren- en kersen boomgaarden en een extra groote moes- en broeituin met een ananas-bak, verschillende perziken, abrikozen en druivenkassen, een menagerie, goudvissenkom en vijvers, Engelse plantsoenen met inlandsche gewassen, grasparterres en slingerlanen gelegen" Kasteel "Adrichem werd tussen 1809 en 1812 gesloopt. Nu is er van deze tuinen niets meer weer te vinden.
Toen ik jaren geleden de plek waar het kasteel ooit stond bezocht vond ik er alleen nog een triest uitziend Partycentrum en een camping waarna ik na lang zoeken nog een deel van de slotgracht kon zien. Er schijnen in de oever nog funderingsresten te zitten. De rest van het kasteel ligt onder het sportpark dat nu op deze plek ligt.
Kasteel Adrichem |
Kasteel Adrichem was ook de plek waar de legende van de zwanenjonkvrouw zou hebben plaatsgevonden. De legende gaat als volgt;
De heer van Adrichem leefde als alleenstaande man in zijn
grote kasteel. Op een dag zag hij in het water vlakbij zijn woning een
prachtige zwanenjonkvrouw zwemmen. Zij had haar zwanenhemd afgelegd en de heer
zag zijn kans schoon. Hij nam het hemd mee zodat zij hem wel moest volgen naar
het kasteel. Hier leefden zij vanaf dat moment samen als man en vrouw.
Jaren later wilde de heer toch liever een gewone echtgenote.
Toen de zwanenvrouw dit hoorde stortte zij overmand door verdriet ter aarde en
stierf. In de gedaante van een treurige zwaan verdween zij in het niets. Als
later het kasteel door onheil werd bedreigd hoorden voorbijgangers droeve
geluiden en zagen daar een schitterende witte zwaan boven het kasteel Adrichem
zweven.
Reconstructie van de schedel van Willem I van Brederode |
De achternaam van Adrichem werd voor het eerst gegeven aan Floris de Scoten van Adrichem. (ca. 1265) Een bastaardzoon van Willem I heer van Brederode die in kasteel Adrichem heeft gewoond. Hij bouwde ook de woontoren van kasteel Brederode. Van het skelet van hem en zijn vrouw zijn een aantal jaren een reconstructie gemaakt die je hierboven kunt zien.
Zijn vader was Dirk I van Teylingen, heer van Brederode. Het adellijk geslacht komt voort uit de stam van Holland en heeft verschillende huizen heeft bewoond zoals Teylingen, Brederode, de Scoten, Heemsteede en Adrichem. Er is echter nog geen bewijs gevonden dat mijn eerst bekende voorouder Claes Adriaensz van Adrichem (ca. 1410) ook daadwerkelijk een afstammeling is van Floris de Scoten van Adrichem en dat ik ook daadwerkelijk adellijk bloed door mijn aderen heb stromen. Helaas... :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten