woensdag 5 september 2018

Hendrik van Adrichem, deel I


Op 15 november 1889 werd er in Schüttorf, Duitsland mijn overgrootvader geboren.
Hij was het vierde kind van Johannes van Adrichem en Judith Langkamp. Ze vernoemden hem naar de moeder van zijn vader, oma Hendrikje Vitjeroo, maar geboren in Duitsland werd hij aangegeven bij de burgerlijke stand van Schüttorf als Heinrich.
Schüttorf
De oudste broer van Hendrik is de dan vijf jarige Albert Frederik. Albert Frederik Langkamp is geboren in Enschede voor het huwelijk van zijn ouders. Albert Frederik is bij zijn geboorte in 1884 aangegeven door zijn opa Barend Langkamp en wordt niet vernoemd naar iemand van de familie van Adrichem, dus er is bij mij enige twijfel of Johannes van Adrichem wel zijn vader is, maar bij het huwelijk van Johannes en Judith in 1886 wordt de jongen wel gewettigd en gaat hij als Albert Frederik van Adrichem door het leven.

Johannes en Judith
Hendrik’s oudste zus is Johanna Huberta van Adrichem, ze is drie jaar als haar nieuwe broertje geboren wordt. Johanna Huberta werd geboren in Ibbenbüren, Duitsland en wordt keurig volgens de regels vernoemd naar opa Johannes Huibert van Adrichem.

Dan volgt broertje Frederik. Hij is twee jaar oud als Hendrik, of Hennek op z’n Twents, geboren wordt. Hij is vernoemd naar oma van moeders kant, Frederica Godschalk. 

Herinneringen aan zijn oudste broer zal Hendrik niet hebben. Albert Frederik overlijdt op zeven jarige leeftijd als Hendrik twee jaar is.
Na het overlijden van Albert Frederik wordt zusje Albertina Frederika in Nordhorn, Duitsland geboren, maar ze overlijdt twee weken nadat ze haar eerste verjaardag hebben gevierd. Vier maanden daarvoor is haar zusje Barendjen geboren, ook in Nordhorn en vernoemd naar opa Barend Langkamp.

Het is in die tijd gebruikelijk om de kinderen te vernoemen naar hun overleden broer of zus.
Het volgende kindje in het gezin krijgt dan ook de naam Alberdina. Ook zij wordt in Nordhorn geboren. Het gezin wordt in 1900 uitgebreid met de geboorte van dochter Judith en in 1903 komt het laatste kind van Johannes en Judith ter wereld en heet heel verrassend; Johannes. Deze kinderen worden in Enschede geboren, en hiermee is het gezin compleet, en dat is maar goed op want de namen zijn op!

Johannes Jr.
De kindersterfte in die tijd is groot en ook Barendjen overlijd. Vermoedelijk is ze niet ouder dan zeven jaar geworden en overleden in Nordhorn. Ik kan Barendjen niet meer vinden in de Nederlandse bevolkingsregisters na 1901. Hendrik is op dat moment twaalf jaar en is oud genoeg om te beseffen wat er allemaal aan de hand is in het gezin en het verdriet zal na het verlies van een derde kind groot zijn. Hendrik en zijn twee jaar oudere broer Frederik zullen veel met elkaar opgetrokken zijn in een gezin met drie zussen. Pas toen de jongens 16 en 14 jaar oud waren kwam er weer een broertje bij.

Het grote gezin van Johannes en Judith heeft moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, dat blijkt wel uit de constante verhuizingen van Nederland naar Duitsland en weer terug. Als Johannes weer een voor een tijdje werk heeft in een textielfabriek verhuist het hele gezin weer mee. De afstanden zijn in deze tijd niet zo heel groot meer, maar in die tijd zal een verhuizing naar Nordhorn een aardige reis zijn geweest.
Nordhorn
Rond om de textielfabrieken was het ook geen gezonde omgeving om op te groeien. Een woud van schoorsteenpijpen van de fabrieken die een constante stroom zwarte smerige rook uit stoten die neersloeg op de huizen in de omgeving en die je inademde. De stoomfluiten kondigden het begin en einde van de werkdag en in de middag floten ze wanneer het tijd was voor het middageten. Als je geluk had en snel at kon je ’s middags nog even een uiltje knappen. Tegenwoordig noemen we dat heel hip een powernap, maar in die tijd was dat heel normaal.

Als twaalfjarige zal Hendrik vast ook al wel een baan in de fabrieken hebben gehad. Iedereen in het gezin moest zijn steentje bijdragen. Als ’s ochtends om zeven uur de eerste stoomfluit ging, waste je je gezicht even snel onder de pomp, at wat brood en vertrok je naar de fabriek. Honderden klompen klepperden dan door de straten van de stad om op tijd in de fabrieken te zijn. Mannen met petten, vrouwen met schorten en nog half slapende kinderen. Veel keus had je daarin niet.

Hendrik groeide op tot een jonge man en moest zich op zijn 18e melden voor de Nationale Militie. Wat er precies gebeurd is weet ik niet, maar op 10 december 1907 wordt Hendrik voor drie weken opgesloten in Het Huis van bewaring te Almelo dat tevens dienst doet als strafgevangenis vanwege mishandeling.

Op 24 mei 1909 moest hij zich opnieuw melden en op 1 juli 1909 werd hij overgeplaatst naar de 1e compagnie Hospitaalsoldaten, gelegerd in Amsterdam. Waarschijnlijk moest hij in het militaire ziekenhuis aan de Sarphatistraat (waar zijn oudoom Aart ook heeft gewoond) zieke of gewonde militairen verzorgen of zat hij op de ambulance. Tegenwoordig heet de compagnie Hospitaalsoldaten, het regiment geneeskundige troepen en een hospitaalsoldaat wordt nu Hospik genoemd.

Militair hospitaal Sarphatistraat
Op 30 september 1909 en op 4 januari 1910 gaat Hendrik op groot verlof terug naar Enschede net als op 10 september 1910. Alles lijkt goed te gaan totdat Hendrik op 2 januari 1912 opgepakt wordt. Hij heeft als soldaat zijnde zijn kleding “die hem van gouvernementswege ten gebruike zijn gegeven” verkocht. 
Dit valt onder “diefstal met braak en voortgezette handeling” en Hendrik wordt veroordeel tot een “militaire detentie van eene maand en een gevangenisstraf van een jaar en zes maanden en met ontzegging van het recht om bij de gewapende machte of als militair geëmployeerde te dienen voor den tijd van 5 jaaren”. Heinrich komt in de strafgevangenis in Arnhem terecht.

Koepelgevangenis Arnhem

Daarmee volgt Hendrik in de voetsporen van zijn vader, oom, opa en oudooms. Allemaal in militaire dienst en allemaal komen ze op een of andere manier in aanraking met de (militaire) rechtbank, zij het voor diefstal, zij het voor mishandeling en/of desertie.

Triest is dat Hendrik dan verliefd is op een 17 jarig meisje die op dat moment hoogzwanger van hem is. (Wanneer dat is gebeurd staat er helaas niet bij, waarschijnlijk tijdens zijn normale verlof)
 Een maand na zijn arrestatie bevalt ze in Nordhorn van dochter Aleida Maria Hekke. Na zijn vrijlating in 1913 wil het stel graag trouwen, maar de katholieke Mina mag niet trouwen met de ongelovige Hendrik. Volgens familieverhalen werd Hendrik hier zo boos om dat hij de pastoor achterna heeft gezeten, terwijl die rondjes rende om de kerk om aan de woeste Hendrik te ontsnappen. 
De 17 jarige Mina moest als minderjarige toestemming hebben van haar ouders om te trouwen. Haar Nederlandse vader was echter negen jaar daarvoor al overleden en van haar Duitse moeder kreeg ze de zo gehoopte toestemming niet.  

Mijn vader vertelde me dat Mina zo van streek door het nieuws dat ze niet met Hendrik mocht trouwen dat ze zichzelf met haar pasgeboren dochter wou verdrinken in het Almelo-Nordhornkanaal. Een toevallige passant zou haar hebben tegen weten te houden. Er zat dus voor Hendrik en Mina niets anders op dan te wachten tot haar 21e verjaardag.

Almelo-Nordhornkanaal

Op 6 juli 1915, enkele dagen na die verjaardag, diende Mina een verzoek in bij de kantonrechtbank in Enschede, waar ze op dat moment al woonde, om met haar Hendrik te mogen trouwen. 
Ondanks de oproep van de rechtbank verschijnt moeder Maria Adelheid Unland niet om de toestemming te geven. De rechter geeft het stel uiteindelijk dan de zo lang gewenste toestemming om te mogen trouwen. 

Zodra alle benodigde papieren die uit Duitsland en Nederland moesten komen, binnen waren kon het stel een trouwdatum uit kiezen. Voor het huwelijk moesten bepaalde leges betaald worden en dat kon het stel niet opbrengen. Een aantal bekenden moesten worden opgetrommeld om te getuigen dat het stel het geld echt niet had om dat te betalen, waarna ze met een verklaring van onvermogen alsnog konden trouwen. 
Trouwfoto Hendrik en Mina
Op 7 november 1915 is het lang verwachte moment dan eindelijk zover. Onder toeziend oog van Hendrik‘s ouders werden de handtekeningen gezet. 
Hendrik‘s ooms Jan Kleine Snuverink en Hendrik ter Höfte, beide getrouwd met de zussen van moeder Judith Langkamp waren de getuigen. Ook de dan tweejarige Aleida was aanwezig en werd bij het huwelijk gewettigd en eindelijk mochten ze allemaal de achternaam van Adrichem dragen.  


Wordt vervolgd….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten